zaterdag 1 juni 2013

dag +18

Het is nog licht als ik dit schrijf, ik ben al thuis, wat betekent dat Senne eindelijk eens, sinds lang, op tijd en min of meer 'op zijn uur' in slaap is gevallen.
Het was dan ook een vermoeiende dag voor hem. Hoewel quasi niets op het programma, toch domineerden enkele vervelende zaken zijn gedachten en zo zijn doen en laten.

Vandaag moest de portacath herprikt worden. Dat is een vervelend gebeuren dat meerdere fasen kent en dus meerdere uren gemoed bepaalt. Het begint eigenlijk al de avond ervoor.
In tegenstelling tot afgelopen zomer, weet Senne nu goed welke dag het telkens is. Dat papa totnu telkens op woensdag en zondag komt, helpt daarbij. Dat maandag wisser- en stalendag is, ook. Of dat er donderdag spek met ei bij het ontbijt kan. En zo structureren soms onnozele dingen de dagen. En zo dachten hij en ik dat het gisteren portacathdag was, want totnu gebeurde dat telkens op een vrijdag. Nu hebben we geleerd dat er acht dagen zitten tussen het herprikken, en dat het dus telkens een dag zal opschuiven. Tenzij de portacath eens tegensputtert natuurlijk en eens extra herprikt moet worden.
Gisteren was Senne dus al paraat, maar moest het niet. Vandaag wist hij het al te goed: het was het eerste wat ik te horen kreeg bij het betreden van de kamer vanochtend. Volgende vraag: Oe-neer gaan ze dat naaldje dan prikken??? Voor of na mijn warm eten? Kan ik eerst nog dit en dat? Spreek jij dat af? Ik doe mijn best, maar zoals vaak, liggen er wat drempels op de weg: medicatie die tijdsgevoelig is moet nog eerst gegeven worden langs het buisje maar blijkt dan nog niet besteld bij de apotheek omdat het nog niet zeker is of het nog moet gegeven worden. Tegen dat hierrond bericht komt, heeft Senne voor zichzelf duidelijkheid gecreëerd: 'ik gà eerst warm eten, pas dàn mogen ze mij prikken. Ga jij het hen zeggen?' Intussen is de voormiddag al gespannen gelopen, is er al veel gebruld want met teveel onduidelijkheid worden nog meer zijwegen gezocht en daar bieden tv en ipad ontzettend veel mogelijkheden. Als mijn geduld op is en ik kordaat naar de badkamer wijs en de schermen uitzet, tikt de klok al naar de middag en moet ik de ademhalingskine-van-wacht al eens wegsturen wegens 'niet in de stemming'. Intussen heeft Senne al zo hard en lang gebruld, dat hij spontaan begint te hoesten en enkele slijmpjes naar boven werkt.

Als hij eindelijk aan zijn warm eten mag beginnen (soep, dat smaakt, maar voor de rest trekt hij tegenwoordig snel zijn neus op - smaak en geur zijn duidelijk veranderd), komt de verpleging polsen om het herprikken te laten beginnen. 'Alleen maar het zalfje' is voor Senne niet alleen maar het zalfje. Het zalfje is gewenst want verdooft de huid waar geprikt zal worden, maar het kan er pas op als de naald eruit wordt getrokken en er dus al een plakker is verwijderd. En daar schreeuwt Senne even hard om als bij de prik zelf. Hij mag dan toch nog even eten maar met veel zin gebeurt dat niet meer.

Als de toverzalf is aangebracht en ineens ook een andere plakker is ververst, klopt de kine aan. Een vreemde man op een eindelijk rustig moment, wat nonchalant met de isolatievoorschriften, dat voorspelt niet veel goeds. En de voorspelling komt uit. Senne werkt nìet mee. Ik ga even op de gang staan om het nog een kans te geven, maar hoor hem daar door de dubbele deur nog brullen. Uiteindelijk blaast hij één bel, 'want dan zou jij terugkomen.'

Dan kondigt Sennes kameraad zich aan aan de deur. Sennes ogen gaan glinsteren maar hij wil niet van zijn bed komen. Hij neemt gretig alle attenties aan en deelt een beetje van zijn snoepmand en van zijn compresjes. Als hij dringend naar toilet moet, ontstaat er een klopklopklopspelletje op de muur tussen de badkamer en de gang waar zijn bezoek staat, en zo geraakt hij wat los. Hij is geïntrigeerd door de kunstjes van zijn kameraad en spiekt hoe hij zijn nieuw snoep in een speciaal doosje kan steken en zo vergeet hij even zijn lastige dag.

De prik die dan volgt gaat kordaat, hij brult nog eens stevig en trapt nog wat heftig na maar kan dan ontspannen spelen. Eindelijk. Tot na het avondeten. Elke dag wordt afgesloten met een buikprik, en zo ook vandaag. Hij organiseert zich opnieuw, vraagt of ik wil zeggen dat er zo vlug mogelijk geprikt wordt, dat de plakker er meteen op moet, en dat hij hard kan roepen en schoppen maar niet getroost moet worden. En zo gebeurt het. Elke avond opnieuw. Ook als het al een week dezelfde verpleger of verpleegster is. Ze knikken en luisteren geduldig alsof ze het telkens voor het eerst horen, ze sluipen stil weg terwijl het venijnig medicament Senne ambeteert en hij het met zijn benen en stem probeert te temmen. Tot de ipad weer dichterbij mag en hij weer in een spel belandt. En nog een spel. En nog eentje. En misschien nog een allerlaatste. Om dan als een blok in slaap te vallen. Al dan niet met nog een verhaaltje voor het slapengaan.

Vandaag bedelden we ook om een speciale kraal: die in de vorm van een pet. Sinds drie dagen is Sennes haar weer aan 't uitvallen. Vandaag in dikke plukken. Hij ziet er niet uit: alsof hij halverwege een kappersbeurt uit de stoel is ontsnapt. Maar hij vindt het niet erg: hij wist dat het zou gebeuren en nu is het zover. Alleen de losse haartjes ambeteren. Ze kruipen, plakken en liggen o-ve-ral. Maar hij wil ze niet af. Hij laat het z'n gang gaan. Zoals (bijna) alles hier.

1 opmerking:

  1. Zooooo herkenbaar ! Ook Theo roept (en krijst) als hij die venijnige buik- of beenprik krijgt. Het herprikken van de portacat start ook met dat vreselijke lostrekken van de plakker, gevolgd door het nog ergere uithalen van het naaldje, dan die vervelende, jeukende zalf die telkens ook een deel van zijn oksel bedekt, en dan uiteindelijk, carmina burana-gewijs, het herprikken zelf.

    Laat ze maar eens goed roepen !

    BeantwoordenVerwijderen

Wil je een berichtje nalaten post dit dan hier. Je reactie wordt pas na een dag op de blog geplaatst.