vrijdag 27 juli 2012

Chemo dag 2

Als ik tegen zeven uur de berg beklommen heb, wordt Senne smakkend wakker en vertelt me meteen helder en grappig zijn versie van gisteren. Ondanks de aangekondigde hittedag, heb ik me vandaag voorzien op lange mouwen en broek, gewapend tegen de airco op Senne's kamer.

Op onze vraag hoe hij heeft geslapen, antwoordde hij al twee keer 'joed', en op de vraag of hij al iemand heeft moeten roepen, reageerde hij twee keer met 'nee'. Vanmorgen kwam de nachtverpleging spontaan iets vertellen over de nacht: dat Senne toch wel lang hoge koorts heeft gehad, en dus niet rustig heeft kunnen slapen, in tegenstelling tot zijn eerste nacht. Het is aandoenlijk om vast te stellen hoe snel hij 'weg' is met deze aparte slaapsetting. Alleen de eerste avond had hij het even heel lastig, maar de vermoeidheid won het toen snel van het verzet, en gisteren liet hij zijn vader verstaan dat die mocht vertrekken omdat meneertje moe was... Hoe flink kan men zijn...?

De energie en guitigheid ebben snel uit zijn verhaal als de verpleegster binnenkomt met vier pilletjes en de daarbijhorende boodschap dat die best voor negen uur worden ingenomen. Allemaal gemakkelijker gezegd dan gedaan als we niet meteen een verse fles water meekrijgen, dan wel een gesloten fles krijgen maar geen opener, de jobstudent intussen allemaal andere medicatie komt aanhangen, de poetsvrouw haar ronde start in de isolatiekamers. Maar bon, er is vooruitgang t.o.v. gisteren, het gaat relatief snel, maar het grote protest en de slechte nacht maken hem zo moe dat hij meteen na de pillenslikkerij op mijn schoot zwaar wordt en in slaap valt terwijl de poetsvrouw ijverig alles verder ontsmet en poetst. Ik heb geluk want vandaag ontsmet de jobstudent Senne's matras en bed, en zo kan ik hem vredig laten verder slapen in een vers gemaakt bed. We zitten halfweg ochtendritueel: hij moet nog uit pyjama en in de kleren met daartussen nog een was van lijf en tanden, en die laatste moeten ook nog eens gespoeld. En dan heeft hij ook nog niet ontbeten. De verpleegster komt mij een beetje opjagen: dat ik dat aankleden toch beter sneller laat aansluiten op al het voorgaande... Ik word er een beetje boos van. Timing en timing is twee, en voor de timing hier ben je met méér dan twee. Ik voel dat mijn nacht in verbinding heeft gestaan met die van Senne, en dat ik niet heel geduldig ben.

Als ik Senne uiteindelijk tegemoet kom met een wasbeurt op bed, passeert Leen, de muziektherapeute. Zij is meer dan welkom: Senne geniet van het orkestje met Jef en mama maar legt zijn trommelstokjes opzij als het te vermoeiend wordt. Ondertussen is de eerste chemo gegeven, zijn er antibiotica, cortisonen en antimycotica toegediend en wacht een roze siroopje dat de tweede chemo aankondigt.
Senne heeft eindelijk zin om te eten maar na een vijftal happen vis met spinazie is het weer genoeg. 'De chemomannetjes zijn begonnen met mijn bloedfabriek af te breken denk ik. Ik voel het. Denk ik.' Ventje toch...
Terwijl hij nog een dutje doet, ga ik eten, met de babyfoon als compagnon. De tweede chemo loopt en heeft niet zo'n spectaculair effect als gisteren: zijn temperatuur blijft onder controle. Creatieve Sofie komt Senne's cobraslang mee 'snottebellengroen' schilderen. Deze ateliers-aan/op-bed leiden lekker af bij het teveel aan ambetante rode draad: om het half uur parameters nemen bvb, waarbij vooral de pitsende bloeddrukmeter Sennes vriend niet langer is (tot voor kort vond hij die 'spierballenmeting' best ok maar het nieuwe kader zorgt voor nieuwe angst, onzekerheid, wantrouwen).

De oncologe passeert, zoekt Senne's knuffelmuis, bejubelt zijn grufalo-magneetjes- boek en besluit dat hij er goed uit ziet.
Zijn portacat wordt ook weer aangeprikt: 'doe mij géén pijn!' smeekt hij de verpleger, en met kordate hand en zachte stem is het snel achter de rug. Het is subtiel, maar het valt op: Senne geraakt sneller op zijn gemak bij mannen. Ik check bij deze verpleger even of het ok is dat Senne zijn teennageltjes gekleurd zijn. Geen bezwaar: voor de saturatiemeter moesten de dikke tenen ontlakt worden, maar de rest van de regenboog mag er op blijven. 'Ik mag daar niet mee werken,' vertrouwt hij me toe, wordt even rood, herpakt zich dan, en verlaat de kamer.
Senne kijkt een reeks Tom en Jerry's en valt in slaap terwijl hij een bloedtransfusie krijgt: zijn rode bloedlichaampjes stonden te laag. Voor zijn dut checkte hij even de dag af: is het avond? Moet ik gaan slapen? Alle besef van tijd valt hier weg. Of helemaal niet natuurlijk: hoe kan je als kleuter uitkijken naar een avond als je weet dat je weer alleen zal liggen? En dat er een dag op volgt met een nieuwe, derde chemo, met mogelijk nare bijwerkingen... Gelukkig weet hij zoiets niet, en plukt hij nog zijn dagen...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Wil je een berichtje nalaten post dit dan hier. Je reactie wordt pas na een dag op de blog geplaatst.