vrijdag 12 oktober 2012

enkele losse flodders, om in te blikken

's Ochtends in de kamer: 'Mama, ik ga naar huis! Ik ga thuis eten, je moet geen eten klaarzetten'.
En als hij merkt dat het toch nog éven duurt: 'Doe maar twee dozekes cornflakes in een kommetje.' En daarna volgen nog een boterham met koekjespasta en eentje met boter.

Doorheen de voormiddag: waar is Omamie? Hoe ziet Omamie haar auto er ook alweer uit? Waar is papa? Waar is Fran? Waar blijft Omamie? Bel je Omamie eens? Kan ik skypen met Omamie? Kijk jij door het raam waar Omamie blijft? Ondertussen zal ik mijn tanden poetsen. Zie je Omamie al?...

Als Omamie er is, wil hij niet vertrekken, want hij wil geen mondmasker op. Daar zitten mama en Omamie tussen alle ingepakte zakken op hun witte en rode krukje... Enig gegrijns en geknipoog worden uitgewisseld. We hebben tijd. We kennen ons ventje ook.

Om een beetje beweging te brengen, verhuizen we de zakken alvast richting gang, maar worden daar toegezwaaid... door een zak bloedplaatjes. Oeps, vergeten nakijken, ja, die moeten er nog eerst in. Stel u voor dat Senne meteen gereed was geweest: telefoon met de vraag om terug te keren. Oef, daar zijn we aan ontsnapt. Tijdens de plaatjestransfusie brengt Omamie al een zak naar haar (blauwe!) auto en broodjes terug mee binnen. Wat een genot! Samen kruimelen in een kamer die de voorbije tijd de kans niet kreeg om vuil te worden. En wat smaakt dat stokbrood: Sennes keikop is gesmolten en lacht en fonkelt en geniet. Een zaligheid om naar te kijken.
En tegen dat het brood op is, is het mondmasker in de hand genomen, en staan we recht. Het gebeurt voor mij wat in slow-motion allemaal: Senne door de deuren, aan de ene kant de toerende prof met haar stoet assistenten die hun bespreking stoppen om te zwaaien en te lachen, aan de andere kant een muurtje van poetsvrouwen en -karren die enthousiast zwaaien ('ga je me missen?' vroeg hij net ervoor nog aan één van hen), en in het midden de verpleegster die ons nog een blok ijs toestopt om de medicatie veilig thuis te krijgen. Groot afscheid dat geen groot afscheid is. 'Tot morgen!' zeggen we immers. En daartussen: een kleine grote man die al die aandacht goed opneemt, dicht tegen zijn mama aan staat maar iedereen aankijkt en terugzwaait. En staat. Jawel. Staat. En dan begint te stappen. Met een keikop als motor, wandelt hij van het vierde verdiep de lift in, de gangen door, tot op het gelijkvloers, om daar te botsen met... zijn jas. Nee, hij wil geen jas aan. Hij is dan ook in volle zomer binnengewandeld... Met tijd en geduld geraakt die jas toch aan. Terwijl Omamie de auto gaat halen, zit Senne buiten, met zijn neus in de wind. Buitenlucht. Hèhè.

Is het nog ver, naar huis?
Nee hoor: bergje af, dan rechts de steenweg op, dan rechts de straat van Jean en Jeanne in, en daar op de hoek...
Ik wil zelf mijn deur opendoen!
Hé, het is zonnig hier!
En kijk, een pompoen!
Aan de deur blijft hij lang staan. Hij neemt zijn tijd en zuigt precies stilletjes zijn omgeving op. Hij wil niet met zijn schoenen naar binnen. En vraagt: waar is papa? Die is even thuis, maar lang genoeg voor een dikke, dikke knuffel.
Een kiwi uit een blauw kommetje, een pipi op de grote wc, kennismaking met Jan, een broer voor Jef, een geschenk dat uit de hemel viel en in een boek floreert.

Als mama Fran gaat halen, bekomt hij bij een filmpje. Wat opvalt: het volume moet hard. De airco zit nog in zijn oren, denk ik.
Van school naar huis, duwt Fran me bergop: ze scandeert vanuit de fietskar 'Sen-ne, Sen-ne, Sen-ne!'. Het gaat in crescendo. En als we de laatste bocht nemen, roept ze 'vlugger, mama, vlugger!' Als ik haar de drempel zie overstappen, hou ik een beetje mijn hart vast: is er plaats voor zoveel uitbundigheid? Maar ik moet helemaal niks vasthouden. De deur zorgt ook hier voor een slow-motion. Fran blijft even staan, kijkt naar haar broer en naar de tv, zet er zich naast, maar niet te dicht. Na zoveel tijd alleen maar kijken, is dit ook het eerste wat ze doen. Geen kussen, geen knuffels, maar zitten, naast mekaar, en af en toe eens zalig naar mekaar kijken. De grote roze boekentas van Fran slaat een brug: Senne mag alles uitladen, voelen en bekijken, en dan geraken ze stillekes op dreef: een beetje tv, een beetje gooien met een bal, een compliment van broer aan zus over het paarse glitterkleed, een showke met flamencoschoenen, nog zo'n geschenk uit de hemel, een gezelschapsspelletje, een kleine ruzie, een voetbaltornooitje, een kom soep, ook weer uit onze hemel gevallen,... Fran voelt eens aan Sennes haar, slaat haar vleugels uit maar krijgt niet veel kans: Senne heeft geleerd om zelf iets te willen, te beslissen, uit te leggen. Hij is gegroeid in zijn woorden. Dat hoor ik hier en nu meteen.

Het eten is 'hmmmm, lekker gemaakt!' en zijn bed nodigt even later uit om snel in te slapen. Fran heeft het even lastig: er vallen enkele 'niet eerlijk's maar haar knuffel is zo intens dat het niet mis te verstaan is. Het was zo'n zachte, ontwapenende thuiskomst. Er zat zoveel drive in onze zieke man. Hartverwarmend.

3 opmerkingen:

  1. Welkom thuis kleine Senne, die Plots zo groot is geworden. Het gaat je goed, doe zo verder en dan zien we je heel vlug terug...
    Groetjes Sophie, Dave, Magalie en Aurelie

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Super! Wat zijn we blij voor jullie alle 4. Geniet van elkaar, van het samen zijn, maar dat zal waarschijnlijk niet moeilijk zijn. Fijn van te lezen dat de thuiskomst zo enthousiast en toch mooi gedoseerd was.
    Dikke kus van ons 4!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Wat een hartverwarmend bericht! Geniet van de gezellige thuis Senne! Warme knuffel. Dries - Vacature

    BeantwoordenVerwijderen

Wil je een berichtje nalaten post dit dan hier. Je reactie wordt pas na een dag op de blog geplaatst.